Versterking van de samenwerking tussen apotheker en arts bij het medicatiegebruik van psychosociaal kwetsbare patiënten
Verschenen in:
Farmazine 124 - editie juli 2025DOOR APR. SIMON BOONAERT, Coördinator Beroepsontwikkeling Apotheia

Printvriendelijke versie
Klik hier:
Mens sana in corpore sano
Veel van deze psychische klachten hangen samen met lichamelijke gezondheid. Maar ook de sociale omgeving van een persoon heeft invloed op het ontstaan, voortbestaan en herstel van bepaalde klachten. Deze dimensies komen samen binnen het bio-psychosociaal model. Deze benadering erkent dat gezondheid en ziekte niet alleen worden bepaald door biologische factoren, maar ook door psychische en sociale factoren.
Wanneer bij een patiënt bepaalde psychische en sociale problemen samenkomen, spreekt men van een psychosociale problematiek. Bijvoorbeeld een onverwachte gebeurtenis – zoals het overlijden van een dierbare – of een ongeval, misdrijf of ramp kunnen leiden tot moeilijkheden op het psychische en sociale vlak. Het is ook belangrijk om een bepaalde klacht in de juiste context te plaatsen, omdat sommige patiënten hun klacht enkel somatisch ervaren. Zij linken deze aan één of andere mogelijke ziekte (veelvoorkomend zijn slaapmoeilijkheden, buik- en hoofdpijn en ademhalingsmoeilijkheden) die via een uitgebreide exploratie van het verhaal aan een bio-psycho-sociaal verhaal kan worden gekoppeld.
KOP-model
Het KOP-model (ontwikkeld door klinisch psychologen Paul Rijnders en Els Heene) biedt in dit opzicht een praktisch werkmodel. KOP staat voor:
- Klachten)
- Omstandigheden
- Persoonlijke stijl
Dit betekent dat de klachten die iemand ervaart altijd te maken hebben met de dingen die men meemaakt: enerzijds de omstandigheden, anderzijds de manier waarop een persoon met die omstandigheden omgaat (persoonlijke stijl). Een interactie van bio-psycho-sociale factoren dus.

Bij de behandeling van bepaalde klachten kan het gebruik van psychofarmaca in specifieke situaties nuttig zijn , complementair met de niet-medicamenteuze behandeling, in minimale dosis en gedurende een gepaste periode. Zowel de apotheker als de huisarts spelen een belangrijke rol in de begeleiding en opvolging van de patiënt. Het is in het belang van de patiënt dat beide zorgverleners eenduidig communiceren en de patiënt als team begeleiden.
Jammer genoeg maken veel patiënten echter chronisch gebruik van psychofarmaca. Het gebruik van psychofarmaca zoals antidepressiva, slaap- en kalmeermiddelen, antipsychotica en psychostimulantia is verontrustend hoog in ons land. In 2022 nam naar schatting één Belg op vier minstens één psychofarmacon (volgens een onderzoek van IQVIA Belgium). Elk jaar worden meer dan 800 miljoen unitaire dosissen van psychofarmaca afgeleverd in openbare apotheken. En in 2023 namen ongeveer 2.1 miljoen Belgen ten minste één benzodiazepine.
Dat apothekers en huisartsen kunnen helpen bij het verkleinen van dit aantal werd al bewezen via het afbouwprogramma van benzodiazepines. Daarom is dit sinds 21 maart 2025 ook een definitief verankerde farmaceutische zorgdienst binnen onze gezondheidszorg.
Doorverwijzing
Door het verhaal te kennen achter een bepaalde vraag naar zorg of medicatie, kan een doorverwijzing naar meer gespecialiseerde hulp aangewezen zijn. Daarom is het belangrijk om het lokale aanbod rond psychosociale zorg te kennen en de patiënt indien nodig door te verwijzen.
Dat apothekers een belangrijke rol kunnen spelen in de detectie van psychosociale problemen, het informeren van patiënten en doorverwijzing naar geschikte diensten (CAW, Centrum Algemeen Welzijn) werd aangetoond in het project #CAVAsa. Tussen 2021 en 2024 namen 387 apotheken hieraan deel: samen registreerden zij 415 patiëntencontacten over psychosociaal welzijn.
Het versterken van de kennis en de competenties van apothekers in psychosociale zorg kan een grote vooruitgang betekenen voor de geïntegreerde zorg en samenwerking. Verdere ondersteuning voor apothekers en andere zorgverleners in psychosociale zorg is noodzakelijk om de kloof tussen de gezondheids- en sociale diensten te overbruggen. Daarbij kan het MFO-pakket rond de opstart en begeleiding van medicatiegebruik bij een psychosociaal kwetsbare patiënt een belangrijke meerwaarde bieden, en dit voornamelijk voor apothekers en huisartsen.
MFO
Het uitgangspunt van dit MFO-pakket is een (eerste) gesprek tussen apothekers en artsen over de opstart en begeleiding van medicatie die kadert binnen psychosociale kwetsbaarheden. Het betreft zowel noden rond geestelijke gezondheid (angst, stemmingsstoornissen, stress) als sociale kwetsbaarheden (financiële problemen, familiale problemen, uitsluiting). Hierbij worden ook enkele casussen besproken die het overlegproces versterken.
De onderstaande casus kan worden gebruikt tijdens dit MFO:
“Emiel is 73 jaar en woont sinds het overlijden van zijn vrouw, nu 2 jaar geleden, alleen in zijn huis. Hij heeft een dochter maar zij woont 100 km verder. Hij voelt zich sinds het overlijden van zijn vrouw depressief en neemt hiervoor paroxetine 20 mg. Ondanks het advies van de huisarts om regelmatig een activiteit in te plannen met vrienden voelt hij zich vaak alleen en begint hij vooral ’s avonds veel te piekeren. Daardoor slaapt hij slecht. Zijn huisarts heeft hem nu lormetazepam 1 mg voorgeschreven zodat hij beter kan slapen.”
Wat vinden jullie van deze aanpak? Welke andere tips zouden jullie aan Emiel geven?
Is een verdere doorverwijzing hier aan de orde? Waarom wel/niet?
In tweede instantie zal er tijdens het MFO ruimte zijn om aan de basis te bouwen voor een beter en meer gestructureerd lokaal overleg over specifieke psychosociale problematieken. Bijkomend is er de mogelijkheid om afspraken te maken tussen de betrokken partners in het belang van een goede opvolging van de kwetsbare burger. De betrokkenheid van een eerstelijnspsycholoog en/of sociale partner (zoals het CAW) kan daarbij een meerwaarde zijn, maar dit is afhankelijk van de lokale organisatie en de specifieke details van de situatie waarin de patiënt zich bevindt.
De meerwaarde van dit MFO
Tijdens dit MFO kunnen er concrete afspraken worden gemaakt tussen huisartsen en apothekers:
-
Om te focussen op een specifieke groep patiënten of specifieke medicatie tijdens een evaluatievergadering. Dit zorgt voor een betere continuïteit van overleg tussen huisartsen en apothekers.
-
Over gemeenschappelijke communicatie naar de patiënt rond het gebruik van psychofarmaca (met aandacht voor het gesprek rond afbouwen).
-
Over communicatie tussen huisarts en apotheker rond de psychosociaal kwetsbare patiënt.
-
Over doorverwijzing naar (gespecialiseerde) hulp binnen de regio.
-
Over het afbouwen van bepaalde psychofarmaca zoals benzodiazepines of antidepressiva.
-
Over de niet-medicamenteuze aanpak van patiënten met een bepaalde psychosociale problematiek.
Andere thema's die aansluiten op dit MFO
Het MFO-pakket rond de opstart en begeleiding van het medicatiegebruik bij de psychosociaal kwetsbare patiënt kan een ideale voorzet zijn voor de organisatie van een volgend MFO, met een topic dat hierop aansluit:
-
Antipsychotica.
-
Rationeel gebruik van benzodiazepines voor slapeloosheid door multidisciplinaire samenwerking.
-
Risico op oneigenlijk gebruik of afhankelijkheid van medicatie.
-
Verbeteren van het geneesmiddelengebruik bij patiënten met lage gezondheidsvaardigheden.
-
Valpreventie : het verband tussen psychofarmaca en vallen.
Wil je graag een MFO organiseren in jouw buurt? Weet dan dat je steeds bij KOVAG terechtkan via beroepsontwikkeling@kovag.be
Bronnen
- FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ‘Gebruik van psychofarmaca’ (www.gebruikvanpsychofarmaca.be)
- Sciensano, ‘Gezondheidsenquête 2018: Geestelijke gezondheid’ (www.sciensano.be)
Klik hier om de volledige editie van Farmazine 124 te bekijken.